In de kattengrot

Met de komst van de regen, breekt de tijd aan om onze beperkte ruimte anders te gaan gebruiken. In de zomer is ons huisje namelijk een villa omdat de tuin dienst doet als uitgestrekte huiskamer waar altijd wel een plekje in de schaduw te vinden is om je in te nestelen en te schrijven.

Maar nu die buitenkamer voortdurend zeiknat wordt en het ongeveer een seconde of twee leuk is voor een mens en een halve seconde voor een laptop om in de regen te zitten, begint de najaarsroutine terug te komen waarbij F en ik wisseldienst hebben in de woonkamer met Mec of in de Cat Cave met Saffy.

Die laatste is de zomer volledig autonoom doorgekomen. Schaduwplekjes in de moestuin zoekend, daar waar Mecs aanwezigheid geen spanning kan veroorzaken omdat er hekken tussen zitten. Af en toe zoekt hij ons op om te laten weten dat hij er ook nog is, voor een knuffel of een aai. Of als zn brokjes op zijn. Hem lang oppakken zit er alleen niet in, want even spint hij hevig om zich daarna snel los te worstelen en zijn eigen weg te gaan. Je zou denken dat hij ons niet blieft. Of dat de warmte hem een voortdurend gevoel van onbehagen geeft, waardoor hij zich afsluit van de wereld, of in ieder geval van ons.

Maar plaatsnemen in de grote stoel in de hoek van de Cat Cave is ook voor hem de herstart van een vertrouwde routine. Meneer kruipt uit zijn schulp en ligt in twee tellen op schoot om heftig te kroelen, zich uit te strekken, op te gloeien en in een diepe slaap te vallen.

De regen verkleint onze mogelijkheden, maar voor onze roodwitte kater betekenen die overdrijvende zwangere wolken het tegenovergestelde: meer kansen op contact, langdurig samenzijn en aandacht.

Nu is het wel de vraag of mijn laptop enigszins op zijn buik, rug of zij blijft balanceren…